Agility, vroeger behendigheid, is voor sportieve honden en bazen. Een hond neemt een parcours van hindernissen, waarbij de eigenaar of handler hem stuurt. Een paarden springparcours kent verschillende sprongen, bij de honden is het nog wat uitgebreider. Het grootste verschil is echter, dat de ruiter óp het paard zit en de hondengeleider mee moet rennen met de hond.
Niet elke hond is geschikt voor deze uitdagende sport. Het zijn vaak dezelfde rassen die uitblinken bij wedstrijden, zoals Border Collies, Belgische herders en Shetland Sheepdogs. Maar je kunt ook op recreatief niveau deelnemen aan agility-cursussen, zoals bij ons op de Kynologenclub Arnhem regelmatig gebeurt. Mensen die enthousiast met hun hond bezig zijn, zonder direct een agility-wedstrijd als doel te hebben.
Voordat een hond-baas combinatie met toestellen gaat werken, moet de hond voldoende uitgegroeid zijn. Te vroeg beginnen kan gezondheidsproblemen opleveren. Ook de conditie van de hond moet goed zijn. Dan moet de hond leren om de toestellen op de juiste wijze te nemen. Naast het springen over hoogtesprongen, rent een hond bijvoorbeeld ook door tunnels, over een kattenloop, een A-schutting en een wip.
Wanneer de hond de toestellen voldoende beheerst, kan er een parcours gelopen worden. De bochten en wendingen worden steeds moeilijker en ingewikkelder gemaakt. Het is een hondensport waar je lang in door kunt groeien.