Bron: Voedingsexpert Maarten de Weerd
Kunt u zich mijn vorige blog herinneren? Toen had ik het erover dat de boerderijhond zelf haar kostje bij elkaar scharrelde op de boerderij. Dat kostje kon bijvoorbeeld bestaan uit een stuk oud brood, een ei dat de boerin niet had gevonden of een konijn dat net niet snel genoeg was (deze werd met huid en haar opgegeten). Maar belangrijker nog: vleesrestanten en organen van een geslacht dier zoals een koe. Destijds werd er namelijk veel thuis geslacht en heel vaak kreeg de boerderijhond wat toegeworpen zoals de pens van de koe, het stuk bot met het laatste stukje vlees of een stuk van het hart of de lever. Op deze manier stelde de hond zelf haar dagelijkse menu samen.
Deze anekdote komt veel dichter bij de werkelijkheid dan mijn vorige blog over de molenaar. Ik ben op dit moment 42 (zou je niet zeggen toch?) en ik kan mij nog zo goed onze eigen honden herinneren toen ik een jaar of 5 was. Onze honden hadden op de boerderij van mijn ouders alle ruimte en konden lekker rondscharrelen. Op dat moment bestond Farm Food Hondenvoeding nog niet en hadden wij nog niet ons eigen voer ontwikkeld. De honden kregen destijds een ander merk voer, maar wat ik mij nog oh zo goed kan herinneren was dat wij in de buurt een slachthuis hadden waar mijn vader regelmatig even langsging om een grote zak met vuile pens op te halen. Ik zag die zak dus vaak voorbij komen in de bijkeuken en ik keek er dan altijd stiekem even in voordat het in de vriezer verdween. Onze honden kregen dus regelmatig een stuk vuile pens en lekker dat ze het vonden! Bovendien hield het ze enorm fit.
Een paar jaar later werd Farm Food Hondenvoeding ontwikkeld. Tijdens de ontwikkelingsfase van het voer zag mijn vader bij de kennel van een deelnemende fokker een hele fitte boerderijhond rondlopen. Deze hond blaakte van gezondheid, zag er geweldig fit uit en had super ontlasting. Mijn vader vroeg aan de boer wat die hond te eten kreeg. De boer vertelde hem dat deze hond zelf zijn kostje bij elkaar scharrelde en regelmatig ‘iets van de koe’ kreeg of op de mestvaalt rondscharrelde. Dat was het ‘eureka’-moment! Er moet vers vlees en vuile pens bij de brokken! Vanaf het prille begin heeft mijn vader en hebben later mijn collega’s en ik altijd geadviseerd om naast een goede geperste brok zoals Farm Food HE vers vlees met voldoende vuile pens (bij voorkeur minimaal 60%) bij te geven. Uiteindelijk hebben we rond 2008 ons eigen complete vers vlees op de markt gezet: Farm Food Fresh. Wat de boer toen al wist, weten wij sinds het begin van Farm Food Hondenvoeding ook: vers vlees in combinatie met voldoende vuile pens draagt bij aan de opbouw van een goede, gezonde darmflora en dus fitte, gezonde honden.